Het contrast tussen de Albanese en Kosovaarse grenspost kon niet groter zijn. Aan Albanese kant worden we gewoon doorgewuifd, geen papieren, niks. De grenswachter vond het duidelijk te warm om te werken
Aan de Kosovaarse kant zijn ze een stuk ijveriger. Zo ijverig heb ik ze aan geen enkele grenspost al gezien
De man in het bakske bestudeert onze ID's en zegt meteen: Ah Belgium! You need insurance, right?
En binnen de kortste keren zitten we bij een andere grenswachter/verzekeringsagent om een groen papierke op te halen. Ik tel minstens een tiental grenswachters en ze spreken haast allemaal Engels, zijn supervriendelijk en tegelijk heel correct ook. We krijgen nog een gigantisch A3 formaat aanrijdingsformulier mee en dan mogen we het land in.
Wat we te zien krijgen is toch efkes wennen na alle indrukwekkende bergen, valleien en gorges. Kosovo is zo plat als een pannenkoek! De bergen in Albani? en Montengro vormen nog de grens en daarachter is het vlak, zo ver als je zien kan.
We brengen maar een blitzbezoek aan Kosovo als doorsteek richting Montengro, maar we pikken wel nog even het klooster van Visoki De?ani mee. Een orthodox klooster in moslim gebied en daardoor nog steeds onder de bescherming van KFOR. Voor we binnen mogen worden onze ID's opgevraagd en grondig gechecked. Daarna volgt een telefoontje naar de commandant om te vragen of ze bezoekers willen ontvangen en pas dan krijgen we een visitor badge en mogen we binnen.
Het is een klein en mooi gerestaureerd kloostertje, en de kerk is van de vloer tot de nok beschilderd met schitterende fresco's. Het is er vredig rustig en ik vraag me af waarom iemand dt kapot zou willen maken.
Foto's mogen er niet genomen worden, maar eenmaal buiten mag dat wel:
Van Visoki De?ani rijden we richting Montenegro. De grensposten liggen elk aan een kant van een bergpas met tussenin dus een 30km niemandsland. In Montenegro hopen we een campingske te vinden maar we komen terecht in het niet-toeristische deel van het land. We passeren eerst Ro?aje maar buiten een hotel in het midden van de stad vinden we niet veel. Ook de gps weet niet veel raad en op de kaart staat al helemaal niets... Wanneer we even buiten de stad een pijl naar een camping zien staan gaan we meteen kijken. De 'camping' blijkt de 10m? gras te zijn om iemands erf, volledig omringd door gebouwen en een hek. Het ziet er allemaal wat groezelig uit en de 3 venten die ons aanstaren als we aangereden komen, maken het er niet beter op. Jo is al meteen afgestapt en begint z'n helm al uit te doen, maar ik vind het maar niks. Verkeerde sfeer. Verder dan maar.
Volgende stop is Berane, maar daar is zo mogelijk nog minder. Het is een vervallen industriestadje en wanneer ik aan de pompbediende naar een camping vraag, biedt hij prompt het grasperkje naast het nafstation aan "want dat heeft camerabewaking en is dus veilig". Yeah right... I didn't think so...
We slaan nog wat water en proviand in en verder dan maar... De route zou ons na Berane de bergen in voeren en we beslissen om dan maar gewoon verder te rijden en ergens een rustig plekje te zoeken voor onze tent. Dat laatste gaat wel snel moeten gebeuren want het begint al behoorlijk donker te worden. Het eerste plekje dat we vinden wordt afgewezen wegens te dicht bij de weg en teveel bandensporen. Even later draaien we van de route weg een gravelweg in. Het gaat al snel omhoog en we passeren iets dat er wel ok uit ziet, maar volgens de gps gaat de weg nog een eind hoger en we rijden door in de hoop daar wat te vinden. Ondertussen is het al zo goed als donker en echt veel vinden we niet. Terug dan maar naar dat eerdere plekje. De tent wordt opgezet bij het licht van de motoren en terwijl DuibhceK voor het eten zorgt, maak ik de bedjes op.
We eten ons noodrantsoen pasta onder een onwaarschijnlijk heldere sterrenhemel. En dan bedje in. Het was een lange dag: 12u in het zadel, 375km
De route:
De hoogtemeters: