[color=#FF8000:33uz5fyr]
[b:33uz5fyr]Dag 13[/b:33uz5fyr]
We zijn vroeg wakker en kunnen dus ook lekker vroeg de baan op. Ondanks de regen vannacht is de tent toch nog droog geraakt dus die geraakt vlug ingepakt. We vertrekken uiteindelijk onder een nog behoorlijk sombere hemel, maar het blijft wel droog.
Het eerste stuk van de rit volgen we de kustlijn. Ontbijt nemen we in een bar langs de kant van de weg. Op een terrasje met zicht op zee. Het ontbijt mag er ook deze keer wezen. Croissants, broodje spek met eieren, club broodje met tonijn. En overheerlijke cafe con leche. De koffie hier in Spanje is nog beter dan de beste Italiaanse die ik ooit gedronken heb.
De kustlijn en de kliffen zijn ontzettend mooi en ruw. Zelf ben ik nog nooit in Bretagne geweest, maar volgens Sofie is Biskaje nog ruwer en woester dan wat je in Bretagne kan vinden.
Plots verschijnt er op de Zumo de boodschap dat het toestel geen stroom meer krijgt. Da's vreemd want die zit gewoon in de motorsteun. We stoppen even op een uitkijkpunt en ik controleer vlug of er geen slecht contact is. Het toestel er even uithalen en weer insteken brengt geen soelaas. De steun is wat gevoelig aan corrosie, maar ook daar is niets van te merken op de contactpunten. Uiteindelijk besluit ik van er gewoon later eens wat aandachtiger naar te kijken.
Ter hoogte van San Sebastian draaien we het binnenland in langs smalle kronkelige wegen. Die zijn nog nat en hier en daar ook bedekt in modder en bladeren. Maar het riviertje waar we langs rijden dwingt de weg tot de meest onwaarschijnlijke kronkels.
In Santesteban stoppen we voor een tankbeurt. En ik maak van de gelegenheid gebruik om alvast de zekering van de GPS even te controleren. Die zit onder het dashboardkapje, dus dat moet er wel eerst even af. De zekering lijk tin orde. De aansluiting op de stroom van de motor ook. Die zit samen met de aansluiting van de intercom die wel nog functioneert. Hoogstwaarschijnlijk heeft de steun het begeven. Dat is al de tweede keer. De eerste keer was het toestel nog in garantie en heb ik een nieuwe gekregen. Deze keer zal het wel geld gaan kosten... Het toestel gaat dan maar uit om batterij te sparen zodat we de GPS nog kunnen gebruiken op de wat moeilijkere stukken, zoals om door de grotere steden te geraken. De rest van de reis zal dus op de kaart zijn.
Gelukkig hadden we wel de vooruitziendheid gehad om de routes ook op de Michelinkaarten die we hadden meegesleurd uit te tekenen. Vanaf nu dus geen Kaartjes meer met de GPS-track in dit verslag.
We rijden verder richting Frankrijk door het Parque Natural del Se?or?o de B?rtiz. Er staan regelmatig paarden en schapen op en langs de baan. De grens steken we over langs de Col d' Izpegy.
Het is nog steeds behoorlijk grijs, maar dat geeft de bergen hier wel een heerlijk betoverend sfeertje.
Eens beneden beginnen de magen wat te knorren dus stoppen we in St Jean Pied de Port voor een pizza. De cultuurshock is enorm. Baskenland is bijna volledig toeristenloos. In St Jean wemelt het ervan. Vooral Hollanders uiteraard. Terwijl we zitten te eten begint het te regenen. Maar als we vertrekken is het alweer afgenomen tot een zacht gedruppel.
Verderop komen we weer op een stuk van de bedevaartroute naar Compostella terecht. Verloren lopen zal je op die route niet vlug doen, want ook hier wemelt het van de bordjes die je op pad houden.
De eerste cols die we na de middag over moeten zijn de Iraty en de Bagargui. De baan is nat en zeer stijl. Het zicht is beperkt door de lage bewolking en de baan ligt vol met stront. Dat maakt het rijden zeer vermoeiend, maar de ruwheid en schoonheid van de natuur zijn enorm inspirerend. De rotsen en diepgroene graslandschappen doen een beetje denken aan de Schotse highlands. De hele beklimming is 17km lang en enorm stijl. Deze bergen worden in de Tour de France niet aangedaan en die keuze is meer dan begrijpelijk. Het halve peleton zou hier waarschijnlijk niet levend boven geraken.
Op een bepaald moment komen we op een klein plateautje terecht. Bij het oprijden is er een "passage canadienne" om de dieren binnen te houden. Het is waarlijk een plaatje. De geiten, paarden, ganzen en schapen lopen hier gewoon vrij rond. Verder is het totaal verlaten. Op een heel klein boerderijtje na. We zijn zelfs zo onder de indruk van het uitzicht dat we totaal vergeten om er foto's van te nemen. En wanneer we opnieuw een passage cannadienne passeren is het sprookje voorbij.
Verder richting de Col de Marie-Blanque dan maar. Die is heel korter en minder stijl dan ik verwacht had. Maar biedt wel een massa heerlijke s-bochten na elkaar. Vaak zie je zo 5 tot 6 bochten voor je uitgestrooid.
Voor de helden die zelf omhoog trappen staat er boven op de col nog een mooie aanmoediging.
Ondertussen naderen we de voet van de Col d'Aubisque en besluiten we op zoek te gaan naar een camping. In Laruns volgen we een pijl naar wat een tweesterrencamping zou moeten zijn. Wanneer we toekomen is de poort echter gesloten. We keren om, maar net op dat moment komt er een oud ventje van dik over de 80 buiten. Hij vraagt of we een plaatsje zoeken en opent de poort. De camping is totaal verlaten, op een konijn na. De oude man -voorzien van de traditionele baret- wijst een een plekje aan voor enkele stacaravans. Sofie gaat even het sanitair inspecteren en ondertussen bekijk ik het graspleintje waar de tent moet komen. Wanneer Sofie terugkomt zegt ze dat ze hier niet wil blijven. De toiletten en douchen zijn ontzettend vuil. Zelf was ik ook al min of meer tot dat besluit gekomen, na het ontdekken van gigantische hoeveelheden konijnenkeutels op het grasveldje. Op zoek naar een andere camping dus.
Uiteindelijk komen we hier terecht.
Een propere camping met modern sanitair en een wasmachine en droogkast. Ideaal, quoi! Terwijl wij naar de Petit Casino in het dorp trekken doet de campinguitbaatster onze was. Het wordt steeds beter hier.
Het eten bestaat uit een pastaatje, een lokale Bearn wijn en wat panna cotta als dessert. Het uitzicht waarvan we daarbij kunnen genieten is fantastisch.
Morgen rijden we de Aubisque op!
[/color:33uz5fyr]