Re: Transpyrina?ca (and beyond) 2011
Posted: 24 Jul 2011 10:58
[color=#FF8000:176uhuyi]
[b:176uhuyi]Dag 15[/b:176uhuyi]
De motor is dus weer in orde. En na een heerlijke nachtrust en een lekkere chili gisterenavond kunnen we weer verder met onze trip.
We duiken vanochtend nog heel even terug Spanje in. Niet alleen omdat de Col de Portillon een fijn stukje rijplezier biedt, maar ook om nog eens goedkoop de tank te kunnen volgieten (30cent verschil!) en voor een laatste keer te genieten van een Spaans ontbijtje met die overheerlijke koffie waar we ondertussen aan verslaafd zijn geraakt. Andere koffie smaakt opeens behoorlijk plat en zurig.
De Portillon is niet zo erg lang of hoog. Maar door de ori?ntatie is het temperatuurverschil tussen de Franse en de Spaanse kant wel vrij groot. Terwijl in Frankrijk zowat de hele vallei nog in de schaduw ligt heeft de Spaanse kant al een paar uurtjes zon kunnen genieten. Voor het rijplezier maakt het niet uit. Beide kanten zijn even bochtig.
Dat blauwe bordje kom je in Spanje redelijk vaak tegen op bergwegen. Die borden tonen een adviessnelheid. Je kan ze dus wettelijk gewoon negeren en de offici?le maximumsnelheid van 90km/u proberen te gaan rijden. Meestal is dat niet zo'n goed idee. De adviessnelheid is hier en daar misschien een beetje conservatief, maar erg veel harder zal toch niet goed komen.
Ontbijten doen we op een terrasje langs de rivier in Bossost. Iets verderop, vlakbij de Franse grens kunnen we ook tanken. Het tankstation is enorm groot en er staan hele rijen Fransen aan te schuiven. Het prijsverschil maakt het duidelijk de moeite om even de grens over te steken voor een tankbeurtje.
Terug in Frankrijk kiezen we dit jaar voor de beklimming van de Ment?. Die hebben we vorig jaar niet gedaan en uit verschillende commentaren die ik sindsdien gehoord heb was dat een vergissing. Dat zullen we dit jaar dus proberen goed te maken.
En het is inderdaad behoorlijk de moeite. Een opeenvolging van tientallen enorm steile en evenzo scherpe haarspeldbochten omhoog, en daarna meer van hetzelfde weer naar beneden. Door het grote stijgingspercentage is het wel een vrij korte beklimming. Niettemin de moeite.
Na wat vloeiendere en vlottere baantjes door de vallei komen we aan de voet van de Portet d'Aspet. Hier staat een herdenkingsbeeld voor Fabio Cassartelli, de wielrenner die hier in 1995 is omgekomen na een val in de afdaling. Het onderstreept toch nog maar eens dat er wel wat risico's verbonden zijn aan het rijden in de bergen. En niet alleen voor gemotoriseerde tweewielers. Het gevaar schuilt soms in een klein hoekje. Voldoende marge inbouwen is dus de boodschap.
Wij rijden de col in de tegengestelde richting over als Fabio en dat blijkt toch de mooiere kant. Vorig jaar hebben we deze beklimming in de andere richting gedaan, maar het is altijd leuker als je het mooiste stuk van een col in de beklimming kan meepakken. Je hebt dan iets meer kans om ervan te genieten. Het hele stuk ligt wel nog bezaaid met de ondertussen beruchte gravillon voor de Tour.
In St Girons gaan we nog even winkelen voor de lunch die we in de buurt van Sainte-Croix-Volvestre op een aire langs de weg verorberen. Een lekker fris slaatje met wat stokbrood.
Ondertussen zijn we dus naar het noorden afgedraaid en liggen de echte bergen al een eindje achter ons. Maar de route blijft verrassend interessant en biedt meer dan voldoende bochtenplezier. Het landschap verandert wel heel snel. Vanuit de heuvels hier houden we wel erg lang een uitzicht op de bergen. Telkens wanneer ik achterom kijk blijkt dat ze nog steeds erg prominent zichtbaar zijn.
Maar wanneer je dan de andere kant uitkijkt is het landschap totaal anders. Als je dit ziet zou je nooit denken dat er ergens bergen in de buurt zijn, laat staan toppen van meer dan 3000m hoogte.
De wegen die we volgen laten wel toe om lekker vlot vooruit te komen. We zitten al in Lavour wanneer we nog eens halt houden voor een drankstop. Blijkbaar zal de Tour hier finishen op Sofie haar verjaardag. Dat is na Luz Ardiden al de tweede finishplaats waar we zelf ook halt houden.
De route brengt ons verder tot in Cordes-sur-Ciel. Het is hier ontzettend mooi en het stadje lijkt wel de moeite om eens te bezoeken, dus gaan we op zoek naar een camping. De eerste poging valt nogal tegen. Een volledig open terrein langs een zeer drukke weg is niet bepaald een droomlocatie. En met de hitte van vandaag hebben we toch echt wel een plaatsje met de nodige schaduw nodig.
We keren dus terug omdat er aan de andere kant van Cordes nog enkele bordjes naar campings stonden. Sofie mist blijkbaar het eerste bordje en volgt het volgende. Maar dat wijst naar een camping waarvan ik me herinner dat we die al een heel eind voor Cordes zijn gepasseerd. Ik doe teken en we rijden terug om het eerste bordje te volgen. Na 500 meter komen we aan een zeer mooie afgelegen camping.
We kiezen voor een schaduwrijk plaatsje tussen de bomen. De grond is wel keihard, dus we doen het met een minimum aan haringen. Blijkbaar heeft het hier sinds oktober vorig jaar niet meer noemenswaardig geregend waardoor de grond echt steenhard is geworden.
Meteen daarna duiken we de douche in om af te koelen en het zweet van onze lichamen af te spoelen. Het is vandaag veruit de warmste dag van onze reis totnogtoe. Weten wij veel wat er ons nog te wachten staat...
De camping is voorzien van een ruim zwembad.
En een grote visvijver.
[/color:176uhuyi]
[b:176uhuyi]Dag 15[/b:176uhuyi]
De motor is dus weer in orde. En na een heerlijke nachtrust en een lekkere chili gisterenavond kunnen we weer verder met onze trip.
We duiken vanochtend nog heel even terug Spanje in. Niet alleen omdat de Col de Portillon een fijn stukje rijplezier biedt, maar ook om nog eens goedkoop de tank te kunnen volgieten (30cent verschil!) en voor een laatste keer te genieten van een Spaans ontbijtje met die overheerlijke koffie waar we ondertussen aan verslaafd zijn geraakt. Andere koffie smaakt opeens behoorlijk plat en zurig.
De Portillon is niet zo erg lang of hoog. Maar door de ori?ntatie is het temperatuurverschil tussen de Franse en de Spaanse kant wel vrij groot. Terwijl in Frankrijk zowat de hele vallei nog in de schaduw ligt heeft de Spaanse kant al een paar uurtjes zon kunnen genieten. Voor het rijplezier maakt het niet uit. Beide kanten zijn even bochtig.
Dat blauwe bordje kom je in Spanje redelijk vaak tegen op bergwegen. Die borden tonen een adviessnelheid. Je kan ze dus wettelijk gewoon negeren en de offici?le maximumsnelheid van 90km/u proberen te gaan rijden. Meestal is dat niet zo'n goed idee. De adviessnelheid is hier en daar misschien een beetje conservatief, maar erg veel harder zal toch niet goed komen.
Ontbijten doen we op een terrasje langs de rivier in Bossost. Iets verderop, vlakbij de Franse grens kunnen we ook tanken. Het tankstation is enorm groot en er staan hele rijen Fransen aan te schuiven. Het prijsverschil maakt het duidelijk de moeite om even de grens over te steken voor een tankbeurtje.
Terug in Frankrijk kiezen we dit jaar voor de beklimming van de Ment?. Die hebben we vorig jaar niet gedaan en uit verschillende commentaren die ik sindsdien gehoord heb was dat een vergissing. Dat zullen we dit jaar dus proberen goed te maken.
En het is inderdaad behoorlijk de moeite. Een opeenvolging van tientallen enorm steile en evenzo scherpe haarspeldbochten omhoog, en daarna meer van hetzelfde weer naar beneden. Door het grote stijgingspercentage is het wel een vrij korte beklimming. Niettemin de moeite.
Na wat vloeiendere en vlottere baantjes door de vallei komen we aan de voet van de Portet d'Aspet. Hier staat een herdenkingsbeeld voor Fabio Cassartelli, de wielrenner die hier in 1995 is omgekomen na een val in de afdaling. Het onderstreept toch nog maar eens dat er wel wat risico's verbonden zijn aan het rijden in de bergen. En niet alleen voor gemotoriseerde tweewielers. Het gevaar schuilt soms in een klein hoekje. Voldoende marge inbouwen is dus de boodschap.
Wij rijden de col in de tegengestelde richting over als Fabio en dat blijkt toch de mooiere kant. Vorig jaar hebben we deze beklimming in de andere richting gedaan, maar het is altijd leuker als je het mooiste stuk van een col in de beklimming kan meepakken. Je hebt dan iets meer kans om ervan te genieten. Het hele stuk ligt wel nog bezaaid met de ondertussen beruchte gravillon voor de Tour.
In St Girons gaan we nog even winkelen voor de lunch die we in de buurt van Sainte-Croix-Volvestre op een aire langs de weg verorberen. Een lekker fris slaatje met wat stokbrood.
Ondertussen zijn we dus naar het noorden afgedraaid en liggen de echte bergen al een eindje achter ons. Maar de route blijft verrassend interessant en biedt meer dan voldoende bochtenplezier. Het landschap verandert wel heel snel. Vanuit de heuvels hier houden we wel erg lang een uitzicht op de bergen. Telkens wanneer ik achterom kijk blijkt dat ze nog steeds erg prominent zichtbaar zijn.
Maar wanneer je dan de andere kant uitkijkt is het landschap totaal anders. Als je dit ziet zou je nooit denken dat er ergens bergen in de buurt zijn, laat staan toppen van meer dan 3000m hoogte.
De wegen die we volgen laten wel toe om lekker vlot vooruit te komen. We zitten al in Lavour wanneer we nog eens halt houden voor een drankstop. Blijkbaar zal de Tour hier finishen op Sofie haar verjaardag. Dat is na Luz Ardiden al de tweede finishplaats waar we zelf ook halt houden.
De route brengt ons verder tot in Cordes-sur-Ciel. Het is hier ontzettend mooi en het stadje lijkt wel de moeite om eens te bezoeken, dus gaan we op zoek naar een camping. De eerste poging valt nogal tegen. Een volledig open terrein langs een zeer drukke weg is niet bepaald een droomlocatie. En met de hitte van vandaag hebben we toch echt wel een plaatsje met de nodige schaduw nodig.
We keren dus terug omdat er aan de andere kant van Cordes nog enkele bordjes naar campings stonden. Sofie mist blijkbaar het eerste bordje en volgt het volgende. Maar dat wijst naar een camping waarvan ik me herinner dat we die al een heel eind voor Cordes zijn gepasseerd. Ik doe teken en we rijden terug om het eerste bordje te volgen. Na 500 meter komen we aan een zeer mooie afgelegen camping.
We kiezen voor een schaduwrijk plaatsje tussen de bomen. De grond is wel keihard, dus we doen het met een minimum aan haringen. Blijkbaar heeft het hier sinds oktober vorig jaar niet meer noemenswaardig geregend waardoor de grond echt steenhard is geworden.
Meteen daarna duiken we de douche in om af te koelen en het zweet van onze lichamen af te spoelen. Het is vandaag veruit de warmste dag van onze reis totnogtoe. Weten wij veel wat er ons nog te wachten staat...
De camping is voorzien van een ruim zwembad.
En een grote visvijver.
[/color:176uhuyi]